KIK en KINDwijzer hebben een waardenkader samengesteld. Wat houdt dit precies in? Wat kunnen we ermee, als sector? Hoogleraar Peter van Lieshout vertelt het.

Peter van Lieshout is hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, gespecialiseerd in de Nederlandse verzorgingsstaat. Hij wordt regelmatig door brancheorganisaties in de kinderopvang gevraagd om mee te denken, als onafhankelijk deskundige. ‘Daarom heb ik inmiddels een redelijk goed beeld van de kinderopvang, zowel nationaal als internationaal,’ aldus Van Lieshout. En dus kon hij een bijdrage leveren aan dit project.

Wat is het nut van een waardenkader?

 ‘Het initiatief begon niet bij mij, maar ik heb daar wel een idee over. Het maatschappelijk debat over de kinderopvang gaat vooral over kosten; wie ervoor moet betalen. Dat is ook een belangrijk onderwerp. Maar het is tegelijkertijd van belang om inhoudelijk te definiëren wat we goede kinderopvang vinden. In het onderwijs is er bijvoorbeeld een wettelijk vastgesteld curriculum. In de zorg is er een omschrijving van het basispakket, van gepaste zorg. En nu is er dus dit initiatief, om zoiets ook in de kinderopvang te krijgen. Ik vind het een geslaagde poging om te omschrijven wat de meerwaarde van kinderopvang is, vanuit verschillende perspectieven.’
 

Welke perspectieven zijn dat?

‘Allereerst de kinderen zelf. De waarde van kinderopvang is voor een groot gedeelte dat kinderen levenservaring opdoen. Ze krijgen sociale contacten, hebben de mogelijkheid tot leren, worden uitgedaagd. Daarnaast is er natuurlijk het belang voor ouders. Het stelt ouders in staat – heel plat gezegd – om even niet op de kinderen te hoeven letten. Dat zijn twee perspectieven. Het waardenkader voegt daar een derde aan toe: het belang voor de samenleving. Op de kinderopvang leren kinderen op een harmonieuze manier met andere kinderen omgaan, met onderlinge verschillen. Dat is een socialiserende functie die voor de samenleving als geheel interessant is.’
 

En dat besef is er nog niet?

‘Je zou kunnen zeggen dat er een grote tweestrijd is. Aan de ene kant het idee van kinderopvang zodat ouders kunnen werken, en aan de andere kant het ontwikkelperspectief: het kind dat in aanloop naar de schoolperiode al op vroege leeftijd wordt uitgedaagd. Maar in het waardenkader staat dus: realiseer je dat het steeds belangrijker wordt om om te gaan met diversiteit. Op de kinderopvang leren kinderen vreedzaam en constructief met elkaar interacteren, wat bijdraagt aan een stabiele en prettige samenleving.’
 

En dat kun je dan ook aan mensen buiten de sector uitleggen.

‘Ja. Als je zelf in de kinderopvang werkt, vind je de inhoud van het waardenkader misschien vanzelfsprekend, dat zou best kunnen. Maar het is een manier om in maatschappelijk gesteggel over bijvoorbeeld financiering een referentiepunt te hebben. Zodat we ieder voorstel en elke verandering kunnen wegen: past het bij goede kinderopvang? Daarnaast kan met het waardenkader uiteraard ook het functioneren van de huidige kinderopvang worden beoordeeld. Ik ken kinderopvangorganisaties die dat al doen. Die nemen het kader en betrekken het op zichzelf: als dit de belangrijkste waarden zijn, vinden we dan dat onze organisatie het waarmaakt? Vullen we het op de juiste manier in? Zelfevaluatie dus; een verantwoordingsinstrument in de richting van ouders of zelfs overheden. De kinderopvang heeft zo een meetlat om zichzelf tegen het licht te houden.’
 

Hoe zijn jullie tot de zes waarden gekomen die in het kader worden genoemd?

‘Het is eigenlijk een soort neerslag van twintig, dertig jaar debat. We zijn nagegaan wat er allemaal is gezegd over het belang van de kinderopvang, en dat hebben we gesystematiseerd langs een aantal lijnen. Vervolgens hebben we daar een heldere structuur van gemaakt. Het zijn bewust slechts een paar A4’tjes. Als je het over waarden hebt, moet je niet een heel boekwerk schrijven. Het is beter om te zeggen: dit zijn de kernelementen.’
 

Is het een wetenschappelijk instrument?

‘Het maakt in ieder geval gebruik van wetenschappelijk onderzoek. Het is een poging die onderzoeken te synthetiseren, en om daar helder en goed over te communiceren. Maar een echte wetenschappelijke studie is vaak heel specifiek en gaat over details; dit is precies het tegenovergestelde. Achterin het document is genoeg onderbouwing te vinden, maar het was dus niet de bedoeling om een hele boekenkast omver te trekken. We hebben alles samengenomen en daar een mooie lijn in aangebracht. Zodat we de waarde van kinderopvang van een strakke argumentatie voorzien.’
 
Zie publicatie met link naar waardenkader: