KDV Duimelot in Zenderen, uit:’Kijk eens wat ik kan! Pikler Inspiratieboekje’ Onder redactie van A. Huisman en G. Tromp  

Door alle drukte op de groep kun je als pedagogisch professional nog weleens denken: dat verzorgingsmoment doe ik even snel. Maar dat is zonde, zegt Piklerpedagoog Gonny Tromp.Verzorgingstijd is hechtingstijd.

Gonny is gespecialiseerd in de omgang met kinderen van nul tot drie jaar. ‘Ik geef trainingen aan pedagogisch medewerkers. Daarnaast verzorg ik een opleiding voor mensen die – net als ik – Piklerpedagoog willen worden. Ook organiseer ik speelgroepen in Eindhoven voor ouders met kinderen.’

En je hebt een stappenplan bedacht voor het verzorgingsmoment. 

‘Ja, voor pedagogisch medewerkers. Tijdens mijn trainingen merkte ik dat er behoefte is aan concrete aanwijzingen voor de verzorging. Je kunt dit stappenplan gebruiken om de band met een kind te verstevigen.’

Waarom is het verzorgingsmoment zo belangrijk? 

‘Als pedagogisch medewerker denk je misschien: snel de luier om, dan kan het kind weer spelen. Maar vanuit de Piklervisie zien we dat anders. Het verzorgingsmoment is een waardevol contactmoment waarbij je onverdeelde en persoonlijke aandacht voor het kind hebt. Dat is een belangrijke sociale ervaring voor de baby. Door oprechte aandacht te schenken aan het kind, en door belangstelling te hebben voor waar het kind behoefte aan heeft, ontstaat er wederzijds respect. Het kind voelt zich veilig en gezien. Hij wordt als het ware emotioneel gevoed. Daarna kan hij, helemaal voldaan, lekker gaan spelen of rustig in slaap vallen.’

Vertel, wat zijn de verschillende stappen? 

‘Het stappenplan bestaat uit vijf woorden: verbinding, voorspelbaarheid, vertragen, vertellen en vertrouwen. Laten we beginnen bij verbinding. Zeker voor een nieuw kind op de groep – maar eigenlijk voor alle jonge kinderen – is het nogal wat om de hele dag met andere kinderen te zijn. Het verzorgingsmoment is één-op-één, dus dat is het moment voor de persoonlijke verbinding waar een kind echt behoefte aan heeft. Een baby geniet van die aandacht. Hij reageert op jouw betrokkenheid en jij weer op hem: er ontstaat een dialoog.’

Hoe helpt voorspelbaarheid daarbij? 

‘Een baby moet al aan veel nieuwe dingen wennen op een kinderdagverblijf. Wisselende gezichten, nieuwe geluiden, een ander bedje. Als een kind weet wat er gaat gebeuren, kan het zich daarop voorbereiden. Dat kun je bieden door voorspelbaarheid in te bouwen. Natuurlijk lukt dit lang niet altijd, maar als het kan – zeker bij baby’s die nieuw zijn op de groep – probeer dan dezelfde medewerker dezelfde baby te laten verzorgen. Op dezelfde plek en op dezelfde manier. Zo geef je het kind de mogelijkheid om mee te werken aan zijn eigen verzorging. Hoe jong hij ook is.’

Dan komen we bij vertragen. 

‘Ja, het vertragen van je handelingen. Als je onrustig bent, omdat er nog veel te doen is, draag je dat over aan de baby. Dan pak je een kind snel op, zonder aandacht, en dat geeft voor het kind een heel onprettig gevoel. Met een snelle verzorging geef je een signaal: je bent voor mij niet de moeite waard om echte aandacht te geven. Daarom pleit ik voor rustige, behoedzame handen, afgestemd op het tempo van het kind. Dan kom ik meteen bij het vierde woord: vertellen. Terwijl je vertraagt, vertel je wat je doet. Ook zo creëer je weer een gevoel van veiligheid. Dat begint al wanneer je naar het kind toe gaat. Dan noem je zijn of haar naam en zeg je: je bent nu aan het spelen, maar ik ben naar je toe gekomen omdat je een nieuwe luier krijgt. Ik ga je nu optillen. Als je goed kijkt, zie je meestal dat de boodschap aankomt. Kinderen begrijpen veel meer dan wij denken. Vaak krijg je reactie met een blik, of een geluidje, of een hand die wordt uitgestrekt. Daarna til je het kind pas op, of begeleid je het naar de commode. Vertellen is ook een fantastische manier voor de baby om taal te leren. De verschillende kledingstukken leren kennen, alle voorzetsels zoals aan en uit, open en dicht, boven en onder. Het benoemen van zijn lichaamsdelen zorgt weer voor lichaamsoriëntatie en zelfbewustzijn.’

Oké, dan komen we bij het laatste woord. 

‘Vertrouwen en geduld. Omdat je vertelt wat je doet, is er een mogelijkheid tot samenwerking. Maar daar is vertrouwen voor nodig. De pedagogisch medewerker benoemt de handelingen, en een baby laat zien dat hij dit begrijpt. En dat hij wil meewerken. Hij doet alvast een armpje omhoog zodat het mouwtje eroverheen kan. Of hij tilt zijn beentje op wanneer je zijn sokje laat zien. Vertrouw erop dat de baby je begrijpt. Misschien niet letterlijk je woorden, maar wel je intentie. Je praat met de baby en wacht geduldig op een reactie. Gebeurt het niet vandaag, dan wel een volgende keer. Zeker wanneer je de handelingen volgens een vaste volgorde doet. Zo wordt een verzorgingsmoment een moment van plezierig contact én een samenwerking tussen jullie beiden.’

Nou, dat is toch heel overzichtelijk zo, die vijf V’s op een rij. 

‘Ja, dat lijkt me ook. Wat ik belangrijk vind om erbij te vertellen, is dat deze manier van verzorgen gebaseerd is op de visie van Emmi Pikler. Dat is een visie die niet alleen kijkt naar de verzorging, maar bijvoorbeeld ook naar spel en bewegingsontwikkeling. Want na de verzorging, als er fijn contact is geweest, en de baby voelt zich gezien, dan kan hij lekker gaan spelen. Je gaat niet samen met hem spelen, maar laat hem zelf spelen, met open speelmateriaal dat voor hem klaarligt op de grond en dat is afgestemd op zijn ontwikkeling. Door zelf te spelen, leert de baby zichzelf kennen. Hij leert wat hij kan en waar zijn interesse naar uitgaat. Hij leert oplossingen te verzinnen als iets niet meteen lukt. De baby leert vertrouwen op zijn eigen kunnen, zijn zelfbewustzijn wordt erdoor vergroot. Zo ontstaat er een soort wisselwerking tussen de tijd dat de baby op zichzelf is, en de tijd dat hij samen met de verzorger is.’

Wat zeg je tegen professionals die denken: hier heb ik geen tijd voor? 

‘Zie het als een investering. Je geeft die aandacht niet voor niets. Als het verzorgingsmoment vluchtig is, gaat een kind minder lekker spelen, of hij valt moeilijker in slaap. Benut je die vijf V’s, dan duurt de verzorging misschien iets langer, maar je krijgt er veel voor terug. Dat horen we ook vaak van pedagogisch medewerkers: wanneer we échte persoonlijke aandacht en zorg bieden, is er meer rust op de groep.’