Na een succesvolle pilot heeft Nummereen Kinderopvang de knoop doorgehakt. Vanaf dit jaar wordt zelfevaluatie-instrument Pedagogische Praktijk in Beeld (PiB) toegepast op alle groepen. Beleidsmedewerker Lieke van Beek legt uit waarom het zo bevalt.
Nummereen is een kinderopvangorganisatie met zo’n dertig locaties in Noord-Brabant. Waaronder dagopvang, peuterprogramma’s en BSO’s. ‘Veel van onze locaties bevinden zich in of rond scholen,’ vertelt Lieke. ‘Dat is voor ons een belangrijke samenwerking. Onze missie is niet voor niets: met plezier samen groeien.’
Lieke werkt op de afdeling pedagogiek en kwaliteit. ‘Wij zijn verantwoordelijk voor het ontwikkelen van pedagogisch beleid. We stippelen de visie uit. Maar altijd samen met de mensen op de werkvloer.’
Hoe kwamen jullie op het idee om PiB te gebruiken?
‘Een collega had al ervaring met PiB bij een andere organisatie. Daar was ze erg over te spreken. Voor mij was dat reden om mij erin te verdiepen. We waren al langer op zoek naar een manier om onze pedagogisch coaches, die wij teamcoaches noemen, nog beter te ondersteunen. Het liefst met een praktisch toepasbaar instrument. PiB kwam dus op het juiste moment. Het is een middel om de pedagogische kwaliteit op de groep te meten. Niet alleen zijn er raakvlakken met de manier waarop de GGD hiernaar kijkt, er is ook ruimte om er als organisatie je eigen invulling aan te geven. En om alle gegevens te analyseren. Met PiB kunnen we kwaliteit objectief meetbaar maken.’
Gingen jullie meteen aan de slag?
‘We deden eerst een pilot. Alleen op de dagopvanggroepen, veertig in totaal. Iedere teamcoach probeerde PiB twee keer op elke groep. We begonnen met een kick-off-bijeenkomst, om samen met de teamcoaches het instrument door te nemen. En om containerbegrippen te behandelen: even bespreken wat we daar precies mee bedoelden. Het doel van de pilot was om te kijken wat het medewerkers bracht, en hoe we ze hierin het beste konden meenemen. Al snel was duidelijk dat PiB heel praktisch werkt. Wat ons beviel, is dat je ook veel kijkt naar wat er al wél goed gaat. Waar je krachtig in bent, als team. Het is heel mooi om dat in beeld te krijgen. Daarnaast kun je duidelijk zien waarin je nog kunt groeien, zodat je leerdoelen kunt formuleren. PiB bestaat uit vijf verschillende domeinen. In de pilot richtten wij ons op twee domeinen: kwaliteit leefomgeving en emotionele veiligheid. Na afloop hield de teamcoach een evaluatie met het team: hoe het voelde, wat wel en niet werkte, wat beter kon.’
En, hoe waren de eerste ervaringen?
‘De teamcoaches waren zeer positief. Ze vonden het heel handig dat alle verschillende indicatoren zo concreet waren beschreven. Zodat je makkelijk kunt zien of iets nu wel of niet gebeurt op de groep. Ook onze pedagogisch professionals vonden het fijn. Ze vonden het leuk om zich bewuster te worden van wat ze nu eigenlijk deden. En ze konden het waarderen dat ze blinde vlekken tegenkwamen. Zodat ze wisten waar nog mogelijkheden lagen voor ontwikkeling. Sommigen vonden het best spannend, trouwens. Maar dat is oké, dat hoort erbij. We streven allemaal naar blijvende groei in ons pedagogisch handelen. Jezelf blijven uitdagen. Dat draagt ook bij aan je werkplezier.’
Hoe ging het verder, na de pilot?
‘De pilot liep van 2023 tot de zomer van 2024. Daarna hebben we geëvalueerd en besloten dat we verder wilden. Uiteindelijk hebben we de knoop doorgehakt: vanaf 2025 gebruiken we PiB op alle groepen. Dus ook de BSO’s en peuterprogramma’s doen nu mee.’
Waar ben je nog nieuwsgierig naar, voor de toekomst?
‘Ik ben heel benieuwd naar wat je nog allemaal uit PiB kunt halen als je alle gegevens verzameld hebt. Volgens mij krijg je dan erg mooi inzicht in de hele organisatie. Daar liggen nog kansen. Maar voor nu focussen we ons echt even op de verschillende locaties. Na iedere meting is er een teambespreking en op basis daarvan stelt elke locatie eigen doelen. Grotere, bredere conclusies komen later wel. Al hebben we wel al kleine lessen geleerd. Wat bijvoorbeeld opviel, is dat we op verschillende plekken meer gebruik kunnen maken van sensorisch materiaal bij baby’s. Dus dat gaan we doen.’
Zijn er nog andere manieren waarop PiB nuttig is gebleken?
‘Nou, wat ik heel fijn vind, is dat je het instrument toepast op een heel team, en niet op een enkele medewerker. Dat hebben we vooraf ook duidelijk gemaakt: dit gaat niet om individueel functioneren, het gaat er echt om wat we als team op een groep voor elkaar krijgen. Wat de kinderen ontvangen, iedere dag – dáár draait het om. Ook vind ik het prettig om wat meer regie te hebben bij een GGD-inspectie. PiB lijkt me een perfecte voorbereiding op zo’n bezoek. Voor mij als beleidsmedewerker biedt PiB natuurlijk ook veel. Het is fijn als je allemaal een beetje dezelfde taal spreekt, wanneer je het hebt over pedagogische kwaliteit. Dan is het makkelijker om beleid te ontwikkelen. Al is PiB vooral ook zo handig omdat het heel dicht bij de groep blijft. De precieze invulling is voor elke groep anders. Dat is heel waardevol. Want wij kunnen als beleidsmedewerkers wel iets voor ogen hebben, maar het moet uiteindelijk iets opleveren in de alledaagse praktijk. Het zijn onze professionals die iedere dag het verschil maken.’
Wil je weten hoe een teamcoach PiB ervaart? Lees dan dit interview op de website van Nummereen:
Het gebruik van PiB: een praktische aanpak die inspireert