De aanleiding: lockdowns en een afname in vriendelijkheid
In 2020, midden in de coronapandemie, na de eerste lockdown, werd steeds beter duidelijk wat de impact van corona was op de kinderen, maar ook op volwassenen. Op de BSO locaties van Kinderopvang ’t Kasteel in Leiden werd de onrust van de kinderen gevoeld: geen school, noodopvang, halve dagen school of om-de-dag-school, op andere dagen opvang. Clubjes die niet doorgingen, verjaardagen die in heel kleine kring werden gevierd, veranderde vakantieplannen, ouders die veel thuis (aan het werk) zijn, etc.
Tijdens de lockdowns probeerden wij de kinderen die niet in de noodopvang terecht konden toch betrokken te houden en hun gezinnen te ondersteunen, door bijvoorbeeld buitenspelmomenten te organiseren en activiteiten en tips voor thuis toe te sturen. Toch werd het na de eerste lockdown duidelijk dat er voor individuele kinderen en voor de kinderen als groep behoefte was aan regelmaat en aan structuur, maar ook heel duidelijk de behoefte om weer samen te spelen, samen te zijn, deel uit te maken van de groep. Het was merkbaar aan de kinderen dat zij druk ervoeren en dat de onderlinge contacten tussen kinderen en tussen kinderen en volwassenen vriendelijker konden. De kinderen hadden het contact gemist, zaten soms minder goed in hun vel en moesten duidelijk weer wennen hoe ze in een groep op een positieve manier met elkaar omgaan.
De verandering: een pedagogische aanpak gericht op vriendelijkheid
Hier wilden wij verandering in brengen. We kozen voor een pedagogische aanpak die:
- snel tot vriendelijker gedrag zou leiden
- focust op de bewustwording van vriendelijk gedrag
- de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen stimuleert
- de voorbeeldfunctie van pedagogisch medewerkers onderstreept. Als volwassenen en als pedagogisch medewerkers kunnen we kinderen hier echt iets in leren. Het geven van het goede voorbeeld is makkelijk én heeft grote impact.
Deze uitgangspunten leidden ertoe dat we het thema ‘Vriendelijkheid - vriendelijk contact maken met elkaar’ lanceerden.
Vriendelijkheid bij kinderen: effecten en ontwikkeling
Vriendelijk gedrag vertonen heeft volgens O’Grady (2013) als effect op kinderen dat zij gelukkiger zijn, minder stress ervaren, minder pesten, meer eigenwaarde ervaren, meer concentratie hebben en betere resultaten behalen. Vriendelijk gedrag van kinderen is nodig, want in de loop van de basisschooltijd ervaren kinderen hun school als minder vriendelijk en neemt hun vriendelijke gedrag af.
Soorten vriendelijkheid
Bij het vertonen van vriendelijkheid wordt onderscheid gemaakt tussen automatische vriendelijkheid, opzettelijke vriendelijkheid en stille vriendelijkheid (Binfet & Enns, 2018).
Automatische vriendelijkheid is zien wat de ander wil en hier als het ware automatisch op reageren. Bijvoorbeeld een arm om iemand heenslaan die verdrietig is of nog een stukje fruit laten liggen voor het kind naast je. Jonge kinderen zijn nog minder ‘social mindful’ dan volwassenen. Kinderen leren tijdens hun ontwikkeling om zich in de ander te verplaatsen, en dat is nodig om automatisch vriendelijk te zijn. Samenwerken is een mooie manier voor kinderen om zich te leren verplaatsen in de ander (Lemmers-Jansen e.a., 2018).
Opzettelijke vriendelijkheid is bewust een vriendelijke daad voor een ander doen. Bijvoorbeeld een compliment aan een vriendje geven, een tekening voor je oma maken of kerstkaartjes schrijven voor ouderen in de buurt. Het begeleiden van kinderen in het plannen en uitvoeren van opzettelijke vriendelijkheid heeft positieve effecten voor alle betrokkenen: van de ontvangers, de kinderen, tot de pedagogisch medewerker(s) en de buurt. Hoe meer moeite kinderen in hun vriendelijke daden stoppen, hoe beter het effect op hun eigen welzijn (Binfet, 2015).
Stille vriendelijkheid is de verfijnde vorm van vriendelijkheid, die alleen de initiatiefnemer kent. Hierbij weet de ander niet per se wie er iets liefs voor hem heeft gedaan. Bij stille vriendelijkheid is er een lage behoefte aan erkenning, de gever hoeft er niets voor terug. Bijvoorbeeld iemand in gedachten iets liefs toewensen, een anoniem kaartje sturen of een omgevallen fiets rechtop zetten. De sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind moet dermate ontwikkeld zijn, dat het herkent wat de ander nodig heeft en dat het zelf weinig behoefte heeft aan erkenning wanneer het vriendelijk gedrag toont (Binfet & Enns, 2018).
De ontwikkeling van vriendelijkheid en compassie tonen met anderen is een doorgaand ontwikkelingsproces voor jonge kinderen. Deze ontwikkeling is onderdeel van hun groeiende sociaal-emotionele ontwikkeling.
Het sociale contact met leeftijdsgenoten speelt een belangrijke rol bij de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in de basisschoolleeftijd. Mede hierdoor ontwikkelen kinderen een eigen identiteit, zelfvertrouwen, inlevingsvermogen, een geweten, en maken ze zich waarden en normen eigen (Gezonde Kinderopvang, 2022). Kinderen brengen relatief veel vrije tijd door op de BSO en ze kunnen er zelf bepalen hoe zij hun vrije tijd indelen. Dat maakt de BSO bij uitstek een plek waar kinderen veel kansen krijgen om vriendschappen aan te gaan en samen te spelen met leeftijdsgenoten. Dit biedt ook veel kansen om te leren vriendelijk met elkaar om te gaan en daar de vruchten van te plukken. Het is belangrijk dat de pedagogisch medewerkers bewust gelegenheden creëren om de verschillende aspecten van de sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren, zoals vriendelijkheid.
Het stimuleren van vriendelijkheid
Vriendelijkheid bij kinderen kan worden gestimuleerd, door (Bleeker, 2022):
- Het goede voorbeeld te geven als volwassene;
- Als volwassene vriendelijk te zijn, maar ook duidelijk grenzen aan te geven;
- Kinderen te stimuleren om ook aan anderen te denken;
- Kinderen te leren van zichzelf te houden. Om niet alleen om vriendelijk te zijn voor anderen, maar ook voor zichzelf;
- De gevoelens van kinderen te erkennen, zodat ze leren om empathisch in het leven te staan;
- Af en toe iets voor een ander te doen. Samen met het kind iets voor een ander doen is waardevol voor de band met het kind en voor de opvoeding van het kind.
Hoe gingen we aan de slag met het thema?
Er is een jaar lang stap voor stap aan het thema Vriendelijkheid gewerkt. Iedere periode werd gestart met een training met het team over een subthema, waarna alle pedagogisch medewerkers daar een periode lang met de kinderen op de groep mee aan de slag gingen.
De start: de maand van bewustwording (automatische vriendelijkheid)
Om een goede basis te leggen voor vriendelijk contact maken met elkaar en meteen met automatische vriendelijkheid aan de slag te gaan, is op ’t Kasteel de maand van Bewustwording geïntroduceerd. Alle locaties kregen voor iedere week van de maand een opdracht om aan te werken:
Week 1 | Hallo zeggen bij binnenkomst en de ander op dat moment met aandacht zien en begroeten. Het gebruik van elkaars naam was hierin essentieel. Niet alleen "Hoi", maar "Hoi Ana, leuk dat je er bent". Of "Hoi Leo, wat kom je vrolijk binnen. Heb je er zin in vandaag?". De pedagogisch medewerkers geven hierin het juiste voorbeeld en gaan met de kinderen in gesprek waarom ze het zo belangrijk vinden dat zij dat ook doen. |
Week 2 | Na het spelen samen opruimen, ook wanneer het kind er niet zelf mee heeft gespeeld. |
Week 3 | Vriendelijk vragen en bedanken. |
Week 4 | Gedag zeggen wanneer het kind naar huis gaat. Wanneer het kind naar huis gaat bewust gedag zeggen: "Dag Ana, ik vond het leuk dat je er was vandaag. Tot morgen of volgende week." |
Na deze eerste maand waren de reacties van de kinderen en pedagogisch medewerkers enthousiast. De pedagogisch medewerkers op alle locaties gaven aan dat de sfeer duidelijk was verbeterd, de communicatie met en tussen de kinderen werd beter en positiever.
Met de automatische vriendelijkheid als basis en uitgangspunt wilden we kijken of het mogelijk was om de opzettelijke vriendelijkheid bij de kinderen te stimuleren.
De maand van vriendelijkheid onderling (opzettelijke vriendelijkheid)
Na deze eerste positieve maand van Bewustwording was het volgende doel om opzettelijke vriendelijkheid te stimuleren, in de maand van vriendelijkheid onderling, middels interactieve werkvormen:
Week 1 | Vriendelijk grenzen aangeven |
Week 2 | Vriendelijke daden |
Week 3 | Rekening houden met elkaar (kan ik je helpen?) |
Week 4 | Elkaar dingen vragen (mag ik meespelen?) |
Ook na de tweede maand waren de reacties van de pedagogisch medewerkers positief en vonden zij het goed om met dit thema bezig te blijven.
Hierop is besloten om het thema ook tijdens en na de zomervakantie van 2021 aandacht te blijven geven. Om tijdens en na de vakantie activiteiten aan te bieden die aansluiten bij het thema vriendelijkheid en waarbij vooral de automatische en opzettelijke vriendelijkheid wordt gestimuleerd, denk hierbij aan sociale spellen spelen, zoals kwaliteiten spellen, zelfgemaakte dingen uitdelen, de rollen van de kinderen en de leiding eens om te wisselen, een complimenten-pot maken, groepsgesprekken te voeren, vriendelijkheidsslinger maken, een sponsorloop houden.
De periode van vriendelijkheid en emoties (stille vriendelijkheid)
Nu er op de BSO een stevig fundament was gelegd voor vriendelijkheid, konden we werken aan de ontwikkeling van het gevoelsleven. Tijd om de stille vriendelijkheid bij de kinderen te gaan stimuleren. Deze laatste periode, die twee maanden duurde, heeft de focus gelegen op iets doen voor de ander, zonder er iets terug voor te verwachten, zoals het geven van een compliment of het maken van iets voor de ander. Dit kan een kaart of een kaars zijn. Deze periode viel ook samen met de maanden november en december, traditiegetrouw ook maanden waarin het geven aan een ander centraal staat.
In deze periode hebben we alle geïnteresseerde ouders tijdens een ouderavond meegenomen in ons jaar aan vriendelijkheid. Ook hebben we alle kinderen en hun ouders uitgenodigd en uitgedaagd om gezamenlijk, middels een ‘pay-it-forward' project, de vriendelijkheid verder door te geven.
Hoe kijken we terug op ons jaar van vriendelijkheid?
Het afgelopen jaar waarin we actief met het thema vriendelijkheid hebben gewerkt, met vriendelijk doen en vriendelijk zijn, is er veel bewustwording ontstaan over de impact van vriendelijkheid op ons samenzijn in onze eigen kleine BSO-wereld. Door bewust bezig te zijn met relatief kleine gemakkelijke (vriendelijke) acties, verbetert de sfeer tussen kinderen onderling en tussen kinderen en volwassenen, wat de sfeer op de groep ten goede komt. Als een vriendelijke herinnering aan dit mooie ontwikkelingsthema kregen alle kinderen een bandje met daarop de tekst #Heblief.
Vriendelijkheid is als een spier, die je kunt trainen... Trainen jullie mee?
Referenties
Binfet, J.-T. (2015). Not-so random acts of kindness: A guide to intentional kindness in the classroom. The International Journal of Emotional Education, 7(2), 49–62.
Binfet, J.-T., & Enns, C. (2018). Quiet kindness in school: Socially and emotionally sophisticated kindness flying beneath the radar of parents and educators. Journal of Childhood Studies, 43(2), 31-45.
Bleeker, L. (2022, 25 mei). Met deze gewoontes voed je een vriendelijk kind op. JM Ouders. https://www.jmouders.nl/opvoeden-gewoontes-vriendelijk-kind/
Gezonde Kinderopvang (2022). Werken aan sociaal-emotionele ontwikkeling.
Lemmers-Jansen, I. L. J., Krabbendam, L., Amodio, D. M. , Van Doesum, N. J., Veltman, D. J., & Van Lange, P. A. M. (2018). Giving others the option of choice: An fMRI study on low-cost cooperation. Neuropsychologia, 109, 1-9.
O’Grady (2013). Positive Psychology in the Elementary School Classroom. Norton Professional Books.