WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: Bewegen | Publicatiedatum: 2024

Kern

Om kinderen in de kinderopvang meer te laten bewegen heeft het thema bewegen volgens professionals een structurele plek nodig, maar dit is momenteel vaak niet zo. Dit blijkt uit verdiepend onderzoek onder professionals in de kinderopvang. Op dit moment is bewegen vaak onderdeel van het beleid van de kinderopvang, maar ontbreekt het aan structurele beweegstimulering. Structurele beweegstimulering kan door: bewegen een prominente(re) plek te geven in het beleid en de visie, concrete doelen te formuleren, professionals in de kinderopvang te betrekken bij het ontwikkelen van visie, beleid en doelen, en door te investeren in professionalisering. Ook ervaren professionals momenteel een gebrek aan kennis en vaardigheden om bewegen te stimuleren bij kinderen. Hun kennis en vaardigheden vergroten kan daarom helpen om kinderen structureel (meer) te laten bewegen. Dit kan bijvoorbeeld door scholing over het belang van bewegen, het stimuleren van bewegen en het beweegadvies.

Voor een gezonde groei en ontwikkeling van jonge kinderen is het belangrijk dat zij voldoende en gevarieerd bewegen. Het kinderdagverblijf en de gastouderopvang zijn daarvoor belangrijke plekken. Bewegen is op dit moment vaak geen onderdeel van de visie op de kinderopvang en professionals geven aan een gebrek aan tijd, ruimte, kennis en vaardigheden te ervaren om kinderen te kunnen stimuleren (meer) te bewegen.

Doel en methoden

Dit onderzoek had als doel om inzicht te krijgen in de (scholings)behoeften van professionals in de kinderopvang om kinderen te kunnen stimuleren (meer) te bewegen. Deze inzichten kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van beleid en professionalisering, met structurele beweegstimulering in de kinderopvang als doel. Om dit doel te bereiken zijn er voor dit onderzoek interviews gehouden met professionals van kinderdagverblijven en gastouderopvang. In deze interviews werd uitgevraagd wat professionals op dit moment doen om bewegen bij kinderen te stimuleren, welke behoeften ze hebben om bewegen te kunnen stimuleren en of ze bekend zijn met het beweegadvies.

(Scholings)behoeften professionals

Uit de interviews kwam naar voren dat bewegen vaak geen structurele plek heeft in de kinderopvang. Hiernaast blijken er grote verschillen tussen de opvanglocaties te zijn in beleid en invulling van het thema bewegen. Ook tussen professionals zijn er grote verschillen als het gaat om het stimuleren van bewegen bij jonge kinderen.

Professionals geven aan behoefte te hebben aan scholing waarbij onder andere kennis over de definitie van bewegen wordt meegenomen, kennis over het belang van bewegen, voorbeelden van beweegactiviteiten, bewustwording van de voorbeeldfunctie van professionals en hoe ouders betrokken kunnen worden.

Het beweegadvies voor 0 tot 4 jaar van de Gezondheidsraad is onder iets meer dan de helft van de deelnemers bekend, maar wordt eigenlijk nog weinig gebruikt. Professionals geven daarnaast aan dat de inhoud van het beweegadvies vragen oproept vanwege de gebruikte terminologie, waardoor het lastig toe te passen is. Een vertaling van het advies naar de praktijk is daarom gewenst.

Samenvattend hebben professionals aangegeven behoefte te hebben aan:

  • een prominente plek voor bewegen in het beleid van de kinderopvang;
  • meer kennis over (het belang van) bewegen;
  • meer vaardigheden om bewegen te stimuleren.