WETENSCHAPPELIJKE BRON
Onderwerp: Algemeen | Publicatiedatum: 2024

Kern

Sardes deed in opdracht van het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid onderzoek naar de vraag hoe en door wie kan worden gestimuleerd dat ouders als gelijkwaardige gesprekspartners worden betrokken bij de overdracht van hun kind van de kinderopvang naar school. Hiervoor zijn dertig kinderopvangorganisaties geïnterviewd en is vervolgens een casestudie uitgevoerd bij twaalf locaties voor kinderopvang. Uit het rapport blijkt dat er geen blauwdruk is voor de manier waarop ouders betrokken moeten worden bij de overdracht. Het is een kwestie van maatwerk, waarbij de volgende aspecten belangrijk zijn: opbouwen van een vertrouwensband, voortdurend wederzijds informeren en communiceren over het welbevinden en de ontwikkeling van het kind en kind en ouders ondersteunen bij de overstap. De onderzoekers beschrijven niet alleen de stand van zaken, maar juist ook goede en inspirerende voorbeelden. Tot slot zijn een aantal aanbevelingen opgenomen voor de landelijke overheid, de opleidingen, de nascholingsinstituten en de kinderopvangsector.

Sardes deed in opdracht van het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid onderzoek naar de vraag hoe en door wie kan worden gestimuleerd dat ouders als gelijkwaardige gesprekspartners worden betrokken bij de overdracht van hun kind van de kinderopvang naar school. Hiervoor zijn dertig kinderopvangorganisaties telefonisch geïnterviewd en is vervolgens een casestudie uitgevoerd bij twaalf locaties voor kinderopvang. De onderzoekers hebben in totaal met 54 professionals en 23 ouders gesproken. De onderzoekers geven in het rapport aan dat veel betrokkenen in de kinderopvang en het onderwijs doordrongen zijn van het belang van samenwerken met ouders en op welke manier zij ouders betrekken. Toch zijn er nog stappen te zetten. De onderzoekers beschrijven daarom niet alleen de stand van zaken, maar juist ook goede en inspirerende voorbeelden. Ook is een van de hoofdstukken van het rapport gewijd aan de theoretische achtergrond (hoofdstuk 3). Daarin geven de auteurs een beschrijving van wat wordt verstaan onder de overdracht van kinderopvang naar basisschool en de rol die ouders daarbij kunnen spelen. Ook is er aandacht voor de kenmerken van kwalitatief goede ouderbetrokkenheid. De theoretische achtergrond vormt de ‘meetlat’ waartegen de praktijk in het rapport vervolgens is afgezet. De gevonden praktijken worden in hoofdstuk 4 beschreven aan de hand van vijf inhoudelijke aspecten van de overdracht van kinderen naar de basisschool: registratie van kindgegevens, schoolkeuze, afscheid nemen en wennen, overdracht van kindgegevens en terugkoppeling en nazorg. Er is ook een hoofdstuk gewijd aan de behoeften van ouders bij de overdracht (hoofdstuk 5). De behoeften van ouders worden in de hoofdstuk ook naast de meetlat uit hoofdstuk 3 gelegd. 

Geen blauwdruk, maar maatwerk

Uit het rapport blijkt dat er geen blauwdruk is te geven voor de manier waarop ouders betrokken moeten worden bij de overdracht. Het is een kwestie van maatwerk, waarbij de volgende aspecten belangrijk zijn:

  1. Een goed contact met ouders en een wederzijdse vertrouwensband is de basis om de overdracht vorm te geven. 
  1. Intensief contact en elkaar voortdurend informeren over het welzijn en de ontwikkeling van het kind zorgen ervoor dat er geen verrassingen zijn tijdens de overdracht. Het is belangrijk dat de kinderopvang ouders informeert over de kindgegevens die zij vastleggen en toestemming vragen voor het overdragen van kindgegevens aan de basisschool. Idealiter geven ouders ook informatie over het kind bij de overdracht. 
  1. De kinderopvang bereidt niet alleen kinderen, maar ook de ouders voor op de overstap naar school, als zij daar behoefte aan hebben. De kinderopvang kan bijvoorbeeld samen met ouders het overdrachtsgesprek op school voeren en ouders ondersteunen bij het beschrijven of verwoorden van het beeld dat ouders van hun kind hebben. Ouders worden waar nodig door de kinderopvang ondersteund bij het maken van de keuze voor een school.

De mate van samenwerking tussen kinderopvang en school is bepalend voor het betrekken van ouders bij de overdracht

De mate waarin wordt samengewerkt tussen kinderopvang en school verschilt tussen koppels. De mate van samenwerking blijkt echter wel bepalend voor hoe de overdracht wordt vormgegeven en hoe ouders daarbij worden betrokken. Aan de ene kant van het spectrum is er geen samenwerking tussen kinderopvang en school. Het overdragen van kindgegevens ligt dan volledig bij de ouders. Aan de andere kant van het spectrum is er een intensieve samenwerking tussen kinderopvang en school en worden alle kinderen tijdens een mondeling gesprek tussen ouders, school en kinderopvang overgedragen. Ieder beschrijft dan zijn of haar beeld van het kind. Tussen deze twee uitersten bevinden zich allerlei mengvormen. 

Aanbevelingen 

De auteurs formuleren een aantal aanbevelingen voor de landelijke overheid, de opleidingen, de nascholingsinstituten en de kinderopvangsector zelf:

  • Neem voldoende tijd voor oudergesprekken.
  • Bevorder de deskundigheid van pedagogisch medewerkers op het gebied van communicatie met ouders en op het gebied van (het verbaliseren van) kennis over de ontwikkeling van jonge kinderen.
  • Betrek de oudercommissie/ouders bij het vormgeven van de overdracht en de rol die ouders daarbij spelen.
  • Evalueer het beleid en de praktijk regelmatig met alle partijen.
  • Deel goede voorbeelden met elkaar.